De gemeente stimuleert daarom betaalbare sociale huur- en koopwoningen, verspreid over diverse wijken in stad of dorp.
We zetten bij zowel huur als koop in op vernieuwende woonconcepten, zoals complexen waar ouderen en jongeren samenwonen of waar mensen zelf bouwen. Maar ook vernieuwende vormen voor groepswonen (tiny houses) op voormalige agrarische bedrijfsbestemmingen in het buitengebied, in combinatie met natuurherstel, zijn mogelijk.
Daarnaast zijn we enkel voor inbreiding in bewoond gebied. Er komt meer ruimte voor verschillende typen woningen en voor gecombineerd (her)gebruik van (bedrijfs)gebouwen door allerlei mensen. We willen liever minder nieuwbouw en meer renovatie.
Wonen speelt ook een belangrijke rol in de omvorming naar een duurzame samenleving. Nieuw bouwen doen we dan ook energieneutraal en zoveel mogelijk met hergebruik van materialen. Er komen minimale nieuw- of verbouwvoorwaarden voor gebruik van CO2, circulair en biobased bouwmaterialen. Wij willen dat de gemeente duurzaamheid, CO2 en circulariteit nog sterker als criterium stelt bij onderhandelingen met projectontwikkelaars. Bij aanbestedingen dient het zelfs een doorslaggevend criterium te zijn.
We stimuleren woningcorporaties om hun woningen zo snel mogelijk energieneutraal te maken. Alle nieuwbouw in de stad wordt gebouwd zonder aardgas. Maar oude leidingen blijven liggen voor eventuele vervangende toepasbaarheid van waterstofdoeleinden.
De gemeente stimuleert met inkoopacties huizenbezitters om thuis energiebesparende maatregelen te treffen. Verder breidt de gemeente de voorlichting uit over duurzaam wonen en bouwen.
Voor mensen met hulpbehoefte zorgen we ervoor dat zij zo snel mogelijk weer zelfstandig kunnen gaan wonen. Hiervoor stimuleren we de bouw van bijzondere woonvormen waar mensen die uitstromen uit de opvang samenwonen met mensen zonder deze achtergrond.
Een geschikte woning kan nadrukkelijk ook een thuis zijn in een andere woonvorm dan een zelfstandige woning. We denken inclusief en kijken naar de toegankelijkheid van gebouwen
Om de doorstroming op de woningmarkt verder te stimuleren zullen ouderen zelf betrokken moeten worden in wat hun woonwensen zijn, inclusief de mogelijkheid om financieel voordeel te krijgen als ze besluiten door te stromen. Het gesprek kan al vroeg aangegaan worden, bijvoorbeeld op het moment dat men een stimuleringslening voor levensloopbestendig maken van de eigen woning aanvraagt.